Cantorij:
1.De vreugde voert ons naar dit huis
waar ‘t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.
Allen sprekend:
2.Dit huis van hout en steen, dat lang
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan.
Cantorij:
3.dit huis, dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?
Allen sprekend:
4.Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel open gaat,
waar Gij ons met uw engelen troost,
waar Gij U vinden laat?
Cantorij:
5.Onthul ons dan uw aangezicht,
uw naam, die met ons gaat
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.
Allen sprekend:
7.Dit huis slijt met ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht
die wie hier schuilen verder leidt
tot alles is volbracht.
(Tekst Sytze de Vries. Melodie Willem Vogel)
Moment van stilte
Cantorij:
2x
Ondoofbaar vuur
over ons opgegaan als een zon,
vat ons samen in uw stralen,
doe ons gedijen in uw ogen!
Allen sprekend:
Die de morgen ontbood
en het licht hebt geroepen
zegen ons ook met uw licht.
C: Die de weerstand van de
nacht wilt breken,
onze toekomst
aan het donker afdwingt.
Allen sprekend:
Die de morgen ontbood
en het licht hebt geroepen
zegen ons ook met uw licht.
(De Vries/Vogel)
Stem: Je kunt je blind staren op het donker van dit leven:
het geweld, de hardheid, de botheid en het vele onbegrip.
Je kunt heel somber worden,
als je kijkt met ogen die alleen het donker zien.
Angst en onverschilligheid brengen je daartoe.
Je kunt heel somber worden, als je om je heen kijkt
en de problemen ziet waar zo velen in onze tijd
zich doorheen moeten worstelen.
Je ziet velen die zich in de steek gelaten voelen,
die geen erkenning krijgen, noch de warmte
zonder welke een mens niet leven kan:
we zijn een kille, harde samenleving geworden.
Je kunt heel somber worden. Maar het kan gelukkig ook heel anders.
Er zijn nog mensen onder ons met sterren in hun ogen.
Er zijn nog altijd kinderen die ons het geschenk
van hun zuiverheid en onbevangenheid geven.
Er zijn ouderen die wijs en mild zijn
en alleen nog voor anderen leven.
Er zijn zo vele mensen met een hart.
Je kunt ook blij en vrolijk worden
als je om je heen kijkt in onze tijd.
(Hans Stolp)
Cantorij:
Geur van verandering,
Winden van ver,
Trilling van straks door dor ritselend blad.
Stem: Herfst
De stilte van de avond is zo stil
Hoorbaar wordt ‘t vallen van het laatste ooft.
De nachten worden koud, de nevel kil
Waarin de wind de bruine blaren rooft.
Als straks de zon al in de middag dooft,
De kruinen doodlijk zwart zijn, tegen wil
En dank van ‘t warm septemberkleed beroofd,
Worden de volste dromen ijl en stil
Laten wij daarom van de laatste gloed
Der herfst genieten zonder droefenis
De blaren geel zien worden zonder weemoed
Oh, wilde wingerd van geronnen bloed
Die brandend ons een eeuwig teken is,
Leer ons te leven met eenzelfde gloed
(Jan Wolkers)
Moment van Stilte
Cantorij:
Die mij droeg op Adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte
en als ik krijsend viel mij ondervangen
met uw wieken en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon op eigen kracht
op eigen kracht.
(Tom Löwenthal)
Stem: Herfst
De blaren vallen, vallen als van ver,
als welkten in de hemel verre tuinen;
ze vallen met ontkennende gebaren.
En in de nachten valt de zware aarde
uit alle sterren in de eenzaamheid.
Wij allen vallen. Deze hand zal vallen.
En kijk je naar de andere: het is in alle.
Maar Eén is er. Hij vangt dit vallen
oneindig teder in zijn handen op.
(Rainer Maria Rilke )
NLB 916
Cantorij:
Allen sprekend:
2 Eens komen alle paden
van lot en schuld, van dood,
bijeen in zijn genade,
voorbij aan alle nood.
3 Door God zijn wij omgeven
zoals wij hier bestaan.
In Hem zullen wij leven
en tot zijn feest ingaan.